Afbeelding
IvanE

Baas en hond

Zowel langs de dijken als in het straatbeeld van onze dorpen ontbreken bijna nooit honden. Vraag is wat die baasjes in die honden zien, of wat hebben die honden zelf met hun bazen en is de baas eigenlijk wel de baas.

Voor hen die wel eens gebruik maakt van ’t Búttendykswechy zal het een bekend beeld zijn. Er fietst een man in alle rust op een damesfiets naar de dijk met in zijn kielzog een hond. Naar de dijk loopt de hond zo’n twintig meter achter zijn baas en terug naar Nije-Syl wordt die afstand een dikke vijftig meter. De baas is Jan Schaaf en de hond is Floes. Bij de dijk volgt een wandeling van één vak van schapenhek naar schapenhek en lopen baas en hond gelijk op. “Eerst liepen we twee vakken maar we laten het hier nu bij. Als er schapen lopen dan jaagt ze de schapen bij de sloot weg. Dat is haar bordercolliebloed”, vertelt Jan. Commando’s zijn niet nodig. Bij het hek weet Floes dat ze niet verder gaan en dat de baas daar zijn rek- en strekoefeningen doet. 

Leunend over het hek doet Jan zijn verhaal. “We hadden in Nije-Syl een gemengd boerenbedrijf. Ik nam het over van m’n hait in 1978 en ging over op alleen akkerbouw. Aan de andere kant van de dijk stonden twee arbeidershuisjes die later samengevoegd zijn. Daar kwam in 2004 Mieke wonen.” Jan kreeg in 2006 een relatie met Mieke en daar begint eigenlijk ook het hondenverhaal. “Mieke had een hond, een kruising tussen een stabij en een bordercollie, die 10,5 jaar werd. We wisten na Bijke niet zeker of we weer een hond wilden maar na zes weken vielen we in een zwart gat. Op Marktplaats zagen we een hond in België die sprekend op Bijke leek. De zaterdag daarop gingen we die hond bekijken en eerlijk gezegd ga je niet zo’n eind rijden om zonder hond thuis te komen. Dat was dus Floes. In het hondenpaspoort staat Flush, maar we spreken op z’n Belgisch, gewoon van Floes.” 

Uiteindelijk verkocht Jan zijn bedrijf, trouwden hij en Mieke en wonen ze nu in de woning aan de overkant. Met Floes natuurlijk. Het rustige en het ‘haar eigen gang gaan’ kwam met de jaren zegt Jan. “In het begin moest ze nog wel eens aan de riem want toen ze ging als een raket. Nu gaat ze rustig haar eigen gang. We doen ons dagelijkse tochtje ’s middags nog een keer als ik de krant naar Johannes en Doet breng.” De vaste route is niet alleen een ritueel maar ook noodzaak. Jan mist de oude paden wel die vroeger door de landerijen liepen en door de verkaveling zijn verdwenen. “We zijn nu graag op Terschelling. Je hebt daar bos en strand bij de hand en het is voor Floes ook een favoriete plek.” 

De conclusie van Jan Schaaf over zijn hond is mooi: “Het klinkt misschien overdreven maar soms denk ik dat ze gedachten kan lezen. Eigenlijk weet ik dat wel zeker.” 

Een bijdrage van Ingrid van Ek (foto) en Evert Fokkema (tekst) van PaiOngo Beeld en Woord