Afbeelding
Foto's: Helmut Grosscurth

Dirk Kuik: 'Mijn leven is een circus!'

Dirk Kuik

Waar begin ik te vertellen? Het beste met de tijd in de Gideon Boekenoogenstraat in St.-Annaparochie. Daarheen verhuisde onze familie toen ik een jochie van vijf was. Mijn ouders, Renze Kuik en Gé Kuik-Algra, zijn op latere leeftijd getrouwd. Mijn vader voor de tweede keer, nadat z’n eerste vrouw Baukje aan MS was overleden. Ôns hait was geboren en getogen op het Bildt, maar mijn moeder kwam uit Zwolle. Zij had, voor haar huwelijk met hait, al in Canada en Engeland gewerkt. M’n ouders besloten van de ‘arbeiderswoning’ in de Van Burmaniastraat naar een destijds tamelijk modern rijtjeshuis te verhuizen. We kregen er meer woonruimte, met een voor- en een achterkamer, drie slaapkamers, een tuin met drie akkers en een echte wc. Mijn ouders hadden een vrij kleine slaapkamer, weet ik nog. Mijn broers Kees en Marten deelden de grootste slaapkamer en ik kreeg een eigen slaapkamertje. Mijn oudste zuster Maaike was al getrouwd en ook mijn andere zuster Trijntje was het huis al uit. Toen Kees en Marten de deur uit gingen, kreeg ik hun kamer als slaap- en studeerkamer.

In St-Annaparochie ging ik naar het Koetshuis, de Slotschool en de Mavo. Wij spraken thuis twee talen. Onze familie sprak Bildts: alleen mijn moeder sprak Nederlands met ons. Ze heeft het wel eens in het Bildts geprobeerd, zo werd mij later verteld, maar hait vond het geloof ik beter dat ze bij Nederlands bleef. Ik sprak Bildts met hait en mim en de rest van de familie, maar leerde van mim veel Nederlandse woorden en uitdrukkingen. Mim werd door sommige mensen in het dorp wel eens een ‘kakmadam’ genoemd vanwege haar Nederlands, maar ze heeft zich daar niet aan gestoord… Ook nu spreek ik nog steeds Bildts met mijn familie, maar ik heb het nooit leren lezen of schrijven. Daarom is deze tekst in het Nederlands. Na de Mavo haalde ik het Havodiploma aan de Mariënburg in Leeuwarden. Daarna volgde nog de PA in hetzelfde gebouw. Ik wou, net als Marten, schoolmeester worden. Ik pendelde vijf jaar tussen de Boekenoogenstraat en Achter de Hoven, op de fiets en met de bus. Ik woonde toen nog steeds bij hait en mim.

Eigenlijk was mijn leven tot m’n 18de levensjaar vrij normaal en goed beschermd door m’n ouders en in het bijzonder door m’n broer Marten, die altijd een soort tweede vader voor mij is geweest. Hij was 16 jaar ouder. Marten probeerde mij voor voetbal en andere ‘mannelijke’ sporten te interesseren. Helaas voor hem zonder groot succes. Ik ging als kind wel naar ‘Jaap (Keizer) gymnastiek’, maar had daar eigenlijk een hekel aan. Ik was gewoon hartstikke slecht in gymnastiek. Ik wilde veel liever leren dansen… Maar dat kon weer niet, omdat ik al naar muziekles ging en dansles was niets voor jongens… De film Billy Elliot bestond nog niet, maar toen ik die film en musical zag, herkende ik heel veel uit m’n kindertijd en jeugd. Muziek heeft altijd een grote rol gespeeld in mijn leven. Ik had jarenlang orgelles en we hadden een aantal jaren in onze voorkamer een groot elektronisch orgel staan. Later koos ik ervoor een piano te kopen en pianoles te nemen. Ik heb zelfs nog een aantal jaren op het kerkorgel gespeeld in de Gereformeerde kerk. So far, so good!

Maar een paar dingen liepen toch wat anders dan bij andere kinderen in ons dorp. Ten eerste werd ôns hait op 59-jarige leeftijd afgekeurd voor zijn werk als straatmaker. Hij werd huisman en mim ging weer aan het werk, als maatschappelijk werkster voor geestelijk gehandicapte mensen. Dat was een nieuwe situatie voor ons gezin, maar mijn ouders konden daar goed mee om gaan. En ik was trots op ze! Ik was pas een jaar of zeven, maar kan het me nog goed herinneren.

Als kind al begon ik me voor circus te interesseren. Onze buren, de familie Siep Brouwer, hadden een zwart-wit tv en ik zag voor het eerst opnamen van een circusshow. Dat was geloof ik Billy Smarts Kerstcircus, met veel olifanten, showgirls en draadlopers. Ik was meteen totaal gefascineerd. Toen ik tien jaar oud was, kwam Circus Toni Boltini op een dag naar St.-Anne. Ze stonden destijds op het kruispunt tegenover het openlucht zwembad. De Waaie was niet groot genoeg. De olifanten marcheerden door het dorp en plukten takken van de bomen op ons schoolplein. Ik mocht er helaas niet naar toe, want mijn ouders vonden - toen nog -, dat circusmensen ‘zigeuners’ waren en daarmee mochten wij als gereformeerde mensen niets te maken hebben. Ik knutselde graag als kind en begon een eigen miniatuur-circus te maken, uit karton, papier, crêpe papier en stof en veel glitter. Als kinderen speelden wij ook vaak circus, in onze achtertuin en op school. Bij een ‘gevaarlijke’ Balance-truc viel ik van een oude wastobbe en brak mijn arm… Later, na m’n 18de verjaardag, heb ik de schade goed ingehaald, werd lid van de Club van Circusvrienden Nederland en later zelfs redactielid van het clubblad ‘De Piste’.

Ook ontdekte ik in de puberteit, dat ik niet op meisjes, maar op jongens en mannen val. Ik was een grote fan van John Travolta, destijds een bekende filmster uit Saturday Night Fever en Grease. Mijn slaapkamer hing vol met posters van John. Op de Mavo werd ik daar nogal eens mee gepest en in die tijd kregen de jongens uit m’n klas al het vermoeden dat Dirk ‘een homo’ was. Ik hield het geheim tot m’n 19de levensjaar.
Met 21 ging ik de deur uit en verhuisde naar Arnhem. Het lukte niet aan de slag te komen als onderwijzer, dus besloot ik uiteindelijk van m’n hobby m’n beroep te maken, leerde jongleren en tapdansen - daarvoor had ik wel aanleg! - in Arnhem en later in Düsseldorf en Keulen. Ik leerde in die tijd ook m’n huidige man Helmut kennen en verhuisde in 1987 naar Duitsland. Ôns hait was in 1986 gestorven en heeft Helmut helaas niet leren kennen.

Na drie jaar training heb ik drie jaar in een circus gewerkt als jongleur en tapdanser. Ik had een nummer ingestudeerd met ‘bouncing' ballen (stuitballen) gemaakt van 100% siliconen. Ik jongleerde dus op de grond en bovendien op trommels. Mijn hele act was gebaseerd op muziek, o.a. van de Nederlands groep Flairck. En bovendien kon ik uiteindelijk m'n dansplezier in de piste etaleren. Het waren spannende jaren en ik heb veel geleerd voor de rest van m'n leven. Maar het was niet altijd gemakkelijk voor onze relatie om meer dan de helft van het jaar van huis te zijn. Helmut werkte toen nog als marketingmanager bij Henkel in Düsseldorf. Ik was telkens onderweg met m'n eigen caravan. Ik besloot uiteindelijk weer te gaan studeren en werd sociaal-pedagoog in Keulen. Na afloop van deze studie kwam het toch weer anders en zijn Helmut en ik met een uitgeverij begonnen: Circus Verlag. Helmut en ik hadden elkaar - het kon haast niet anders - door het circus leren kennen en hebben allebei veel over circus geschreven. We geven nog steeds het blad Circus Zeitung uit. Dat is een maandelijks magazine over circus, waarvan ik ook een jaar of tien eindredacteur ben geweest. Bovendien hebben we 20 jaar het Engelstalige blad Planet Circus uitgegeven, reisden rond de wereld, zaten in de jury van circus festivals, leerden heel veel interessante mensen kennen, o.a. uit China, Rusland, de VS, Canada etc. Als hait en mim al deze mensen hadden leren kennen, zouden ze zeker anders over circusmensen en circusleven hebben gedacht als toendertijd bij Boltini.

Afbeelding
Tico