Afbeelding

Sem Loomeyer - Nieuwebildtdijk

Met een glimlach van oor tot oor komt Sem (18) me tegemoet lopen. Zongebruind, zijn donkere haar netjes in model, een vrolijk paars T-shirt aan. Boris, een witte boomer (mix van kleine hondjes) en naamgenoot Sem, een stokoude herder met een enorme vacht, komen ook even nieuwsgierig om de hoek kijken.

PORTRET IN WOORD & BEELD DOOR ELLEN FLORIS

Buiten zitten? Binnen? De zon schijnt nog altijd, maar de wind is fris. Naar binnen dus. We nemen plaats aan een lange, smalle eettafel met uitzicht op de dijk. En op twee duiven, die boven op het dak van de schuur vrolijk aan het tortelen zijn. “Die zitten daar de hele dag”, zegt Sem. “Als ik wakker word, hoor ik ze al.” Sem heeft niet veel aanmoediging nodig om te vertellen. Hij kletst graag, zegt hij zelf. Nog even, en zijn vakantie zit er weer op. Dit jaar heeft hij vijf weken bij Smeding in St.-Anne gewerkt. Tot eind dit jaar heeft hij een contract om daar ook alle zondagen te komen werken. Zo verdient hij een leuk zakcentje. Eerdere zomers werkte Sem altijd op de boerderij van de buren. “Ik deed er van alles, bijvoorbeeld met de hand de aardappels van de kweekveldjes rooien.” En iedere zaterdag, al zes jaar lang, helpt hij ze met alle voorkomende werkzaamheden. De paarden verzorgen, een bankje schilderen, stofzuigen, ramen lappen - hij draait er zijn hand niet voor om. 

Over een paar dagen begint zijn school weer. Sem is derdejaars student Mediavormgeving bij het Friesland College in Leeuwarden. Hij wil de gamekant op. Maar zeker is dat nog allerminst, want een baan als psycholoog lijkt hem ook wel wat. Hij is sociaal en kan goed luisteren, wil graag mensen helpen die met mentale problemen kampen. “Maar eerst deze studie maar afmaken, dan zie ik wel weer verder.” Van één ding is hij wel zeker: zijn toekomst ligt niet in Nederland. “Ik vind het hier fantastisch, maar ik wil meer van de wereld zien.” Vooral Scandinavië trekt hem. En ook van IJsland en Schotland gaat zijn hartje sneller kloppen. “Ik weet dat het daar koud is, maar ik hou van de kou.” 

Hij ziet zichzelf wonen in een houten huisje met uitzicht op een berg. Bevroren meren rondom. “En wil je daar alleen wonen?” vraag ik. Nee, dat niet, dat lijkt hem toch wel een beetje eenzaam. “En kinderen, zie je die ook voor je?” Maar nee, die passen niet in het plaatje. “Nog niet tenminste”, relativeert Sem snel. Er zijn daar veel grote videogamestudio’s, daar kan ie vast wel aan het werk. Maar mocht hij tóch psycholoog worden, dan blijft het gamen zijn grote hobby. Dat weet ie zeker. 

Bijna zeven jaar geleden is Sem, samen met zijn twee oudere broers Boyd en Colin en zijn moeder Ellen, vanuit Sneek aan de Nieuwebildtdijk komen wonen. Zus Hope verhuisde niet mee. Toen de verkering tussen zijn moeder en Bildtker André Kooistra serieus werd, trok het gezin bij hem, en diens dochter Wybrich, in. “Ik heb hier mijn twaalfde verjaardag gevierd”, herinnert Sem zich nog. “Vanaf dag één was ik blij om hier te wonen, mijn leven is alleen maar beter geworden.” Enthousiast: “Je hebt hier zoveel vrijheid. Als ik in Sneek was gebleven, was ik vast veel vaker op mijn kamer blijven zitten. Ik was echt een stadsjongen. Nu ben ik altijd buiten te vinden.”

We gaan het erf op om nog wat foto’s te maken. Boris springt gelijk op schoot bij Sem, maar Sem-de-herder wil niet. Met zijn rug naar me toe neemt ie plaats. Nee, dan zijn baasje: vriendelijk blikt ie in de camera, een glimlach van oor tot oor. 

Afbeelding