Ringwalburcht westzijde, overblijfsel gracht, bovenste gedeelte tot het hek.
Ringwalburcht westzijde, overblijfsel gracht, bovenste gedeelte tot het hek. MONIQUE WIJFFELS

De Stelling van Sytse Keizer*

Er heeft een ringwalburcht gelegen ten zuidoosten van St.-Annaparochie.

Inleiding

Op afbeelding 2  is te zien hoe Billând er in 800 na Chr. bij lag. Korte tijd later, rond 838 ontstond de tweede Middelsee. Deze lag ten zuiden van de Middelweg. Hier liep de bedding van de diepere Burdine door, diagonaal van Beetgumermolen over het huidige St.-Anne en de Oudebildtdijk, tussen westelijk van Nij Altoenae en de Koudeweg richting Noordzee langs nu Zwarte Haan.  
Al in de jaren 700-1200 was het maaiveld van het Oudland op een hoogte van ongeveer 0,50 + NAP. Het estuarium van Billând lag gemiddeld rond het nulpunt van het NAP. Dit is nu nog duidelijk te zien aan de boormonsters die hier genomen zijn. De hoogte van de zeespiegel varieerde van 0,90+ in 700 na Chr., via 0,20- in  920 na Chr. en naar 1,40+ in 1300.

Ringwalburcht

Ik heb bewijzen gevonden voor de aanwezigheid van een ringwalburcht ten zuidoosten van St.-Anne tussen 800 en 1200. Deze ringwalburchten worden ook wel volksburchten of vluchtburchten genoemd. De meesten zijn aangelegd tussen de 9e en 12e eeuw. Ze zijn bij de rivieren en langs de noordkust van Europa aangelegd als bescherming tegen de invallen van de Noormannen. De functie kon per gebied en periode verschillen. Ze zijn eerst vooral gebruikt om naar toe te vluchten (beschermend voor het opkomende water en vijanden). Ze dienden ook als steunpunten van koninklijke en grafelijke gezaghebbers als de Franken. Hierna beschermden ze de edelen en boeren die daar op de oeverwal van de Burdine(s) en kwelderwal van de Oudebildtdijk woonden.
Deens model
De ringwalburcht kan ook gebruikt zijn als toevluchtsoord voor de bewoners van de belangrijke en grote handelsnederzetting in de buurt, Utgong, het latere Berlikum (afb. 3). Later werden ze aangelegd naar Deens model, met de cirkel als kenmerkende vorm, en hadden ze een militaire ondersteunende functie. De wal van klei kon worden versterkt met een houten palissade. De burcht had vier walpoorten met een valbrug. Tussen die poorten lag een pad dat de burcht in vier kwadranten opdeelde (afb. 4).  De vaarwegen konden tot 1200 nog door de Noormannen worden bevaren. Tegenwoordig zijn de contouren van de ringwalburcht nog duidelijk te zien op de meer gedetailleerde kaarten en in het huidige landschap.

Onstaan uit de natuur

Vooral de aanwezigheid van de oeverwallen van geulen en rivieren, kreekruggen en terpen is zeer bepalend geweest voor de keuze van de locatie door de makers van deze vestingen. Sommige zijn als het ware opgebouwd, 'ontstaan uit de natuur'.

De strategische aspecten zijn:
Woongemeenschap binnen de ringwalburcht (centrum van vooral vaarwaters). Blokkade tegen vijanden (o.a. Vikingen) uit het Noorden vanaf de Oostzee, Noordzee. Op de splitsing van rivier de Ried (richting Berlikum, Franeker) en de Burdine- 800 na Chr. Vlucht-vestingplaats voor bewoners buiten de ringwalburcht (edelen, boeren op de oeverwal van de Burdine(s) en omgeving).


Landschapsbiografie

Ook bij dit onderzoek heb ik geprobeerd een landschapsbiografie te maken. Hiervoor kon ik een groot aantal stappen toepassen zoals kaartstudies, gebruik van de hoogtekaart, landschap lezen, natuurlijke processen, luchtfoto's en literatuurstudie. Het veldwerk bleef voorlopig nog wat onderbelicht, terwijl ik gebruik kon maken van negen veldnamen Ik noem hier een aantal: Belt=lichte verhoging in het terrein, Walburg van Ringwalburcht, Langhuisterweg van het Langhuis van de Noormannen en Voorste en achterste balkje, de aanduiding van twee bruggetjes over de gracht.

Afb. 2 Billând, 800 na Chr.
Afb. 3 Reconstructie situatie eind 9e eeuw
Afb. 4 Reconstructie ringwalburcht Domburg