Bote Sijtsma
Bote Sijtsma Ellen Floris

Bote Sijtsma - Minnertsga

Zwart afgetekend tegen de zon staat een man op een voorlader een hoge boom te snoeien. Overal op het erf liggen takken. Een grote stronk ligt op het doodlopende weggetje dat langs het huis loopt. Op deze zonnige zondagochtend wordt er hard gewerkt op ’t Loo aan het randje van Minnertsga. En toch is het hier heerlijk stil.

SERIE PORTRETTEN IN WOORD & BEELD DOOR ELLEN FLORIS

Twee prachtige Hongaarse jachthonden komen enthousiast aangerend. “Fenne! Jutka! Af!” Bote Sijtsma, snoeischaar in de hand, maant de honden tot kalmte en vraagt vrolijk of ik zin in koffie heb. Hij heeft opvallend lichte ogen. We gaan aan een lange eettafel in de keuken zitten. Een groot raam biedt uitzicht op de snoeiwerkzaamheden buiten. “Ik hou het graag een beetje in de gaten”, grapt Bote. Tegen de muur staat, als versiering, een oude deur met afgeschuurde verflagen. Roze, blauw, groen. Die vonden hij en zijn vriend Jacob op zolder toen ze hier in 2011 kwamen wonen. 

Bote komt oorspronkelijk uit Minnertsga, maar is in 2009 voor de liefde verhuisd naar Oosternijkerk vlak bij Dokkum. Hij studeerde in die tijd orthopedagogiek in Groningen. Vanaf het begin wist hij dat hij, na zijn studie, weer terug wilde keren naar zijn geboortestreek: “Als ik na mijn werk of studie naar huis reed, moest ik bij een splitsing altijd rechtsaf richting Noordoost Friesland, maar mijn gevoel wilde linksaf… naar het Noordwesten.” Na twee jaar Oosternijkerk verhuizen ze naar Ried, waar ze een boerderijtje huren. Ze hebben er nog geen acht weken gewoond. “We waren op weg naar mijn moeder die hier in het dorp woont, toen ik Jacob dit huisje aanwees. ‘Als dit ooit nog ’s te koop komt, wil ik dáár wel wonen!’.” Twee dagen later zag Jacob het op Marktplaats staan. Ze hebben het direct gekocht. 

Dat Bote een snelle beslisser is, wordt me al snel duidelijk. “Ik ben niet iemand die afwacht,” lacht hij. Ander voorbeeld. De liefde. Een gezamenlijke kennis bracht hem in maart 2009 met Jacob in contact. Na diens foto gezien te hebben, belde hij Jacob direct op. Binnen een week hadden ze een afspraak, een halfjaar later woonden ze samen. Nog een voorbeeld. Toen Bote in 2015 heel ziek werd, verloor hij zijn energie, hij kon zich niet meer concentreren en vergat alles. Het snelle denken was weg. Het maakte hem depressief. Bote besloot zijn eigen behandelplan op te stellen en weer te gaan zingen. Iets dat hij als kind graag deed. “Ik wilde het heel goed doen, er hard voor werken, mijn hersenen trainen.” Inmiddels zingt hij in een koor (“Hup, gelijk de Mattheus Passion”), hij doet mee aan muziekprojecten, heeft een eigen kwartet en krijgt ook nog zangles. Hij is weer helemaal de oude en bruist van energie.

Bote, 40 inmiddels, heeft acht broers en zussen. Hij is de middelste. Hij is opgevoed met het idee alles zelf te kunnen, dus hij heeft zich ontpopt tot een soort manusje-van-alles. Klussen, tuinieren, koken, hij draait er zijn hand niet voor om. De afzuigkap hangt vol recepten uit de krant. "Ik probeer ze een paar keer uit en als ze goed bevallen, komen ze in de map met sterrecepten”. Is hij in het weekend vaak in de keuken te vinden, op de andere dagen van de week werkt hij als zelfstandig orthopedagoog en GZ-psycholoog in een groepspraktijk te Leeuwarden. Hij is zo blij met hun paleisje op 't Loo: "We zitten vlak bij het dorp, maar wonen helemaal vrij. Ik vind het altijd zo heerlijk thuiskomen na mijn werk”. Heeft hij wel eens aan een praktijk aan huis gedacht? Het kriebelt wel een beetje, zegt hij. Maar hij is er nog niet uit. Wel? Niet? Dit keer zal de beslissing vast wat langer op zich laten wachten dan we van hem gewend zijn.

Bote Sijtsma