Hillechien Oppers
Hillechien Oppers Ellen Floris

HILLECHIEN OPPERS – ST.-ANNAPAROCHIE

Het eerste wat opvalt aan Hillechien Oppers (46) zijn haar lange haren. Goudblond met een streng blauw er doorheen. Ik kom haar tegen in het Henk Hornstrapark aan de zuidrand van St. -Annaparochie. Het is een prachtige dag, de zon schijnt, de bomen werpen hun schaduw over het pad, dat langs de vijver slingert.


Hillechien komt me tegemoet met twee honden, een Mechelse herder en een Jack Russell. Ook haar katten rennen vrolijk mee. Geen huis-tuin-en-keukenkatten, maar een Somali en een Abessijn. Een bijzonder tafereel dat mijn nieuwsgierigheid wekt. Ik vraag of ik een paar foto's van haar mag maken. "Tuurlijk, leuk". We hebben allebei vakantie, dus ook tijd om een praatje te maken. "Ga anders even mee voor een bakkie", zegt ze, "ik woon hier om de hoek". haar huis aan De Keeg loopt ze zo het bos in. Wat een prachtplek. Ze wil hier vast nooit meer weg, opper ik. ‘Nou, als het aan mij ligt, zou ik graag op een boerderij willen wonen, met nóg meer ruimte voor mijn beesten’. Maar haar man Siem Willem (48) wil in St. Anne blijven wonen. Hij heeft het hier prima naar zijn zin. ‘En ach, wat zal ik moeilijk doen, nergens voor nodig’. Met die instelling is ze in 1995 ook aan De Keeg komen wonen. ‘We woonden in Oude Leije en van een collega hoorde ik dat ons huis op Marktplaats stond. Ik wist echt helemaal van niets en dacht dat het om een grap ging’. Maar nee, Siem Willem had het in de verkoop gegooid omdat hij dit huis aan De Keeg in het vizier had. Dáár wilde hij wonen. Samen zijn ze gaan kijken en gelukkig viel Hillechien er ook als een blok voor. Eerlijk gezegd ben ik een beetje verbijsterd. ‘Ach’, reageert ze nonchalant, ‘je kunt over van alles kwaad worden, maar waarom zou ik? Ik vond het prima’. 

Hillechien heeft nooit spijt gehad van de verhuizing: ‘Heerlijk, het is een geweldige plek voor de beesten’. Ze heeft twee honden en vijf (ras)katten die overal mogen rondlopen. Op het terras achter staan kooien met konijnen. En tussen de tuinen van de huizen die aan De Keeg staan en de bosrand ligt een grote groenstrook. Deze mag ze gebruiken voor haar geiten, loopeenden en kippen. ‘Wat een kale nekken hebben ze’ schrik ik. ‘Dat zijn naakthalskippen. Toen ik ze voor het eerst zag, was ik gelijk verkocht’, lacht ze. ‘Ik hou nu eenmaal van anders dan anders’. 

Naast haar baan bij de gemeente Waadhoeke, waar ze vier dagen per week op de afdeling Belastingen werkt, runt Hillechien een hondenschool. Ze geeft niet alleen puppytrainingen, maar ook opvoed- en gedragstrainingen. Ze voelt vaak instinctief aan waar de problemen tussen mens en dier liggen. Ze ziet veel en begrijpt de hondentaal. Misschien kun je haar een hondenfluisteraar noemen? Zelf heeft ze daar niet zoveel mee, maar ze hoort het vaker.

Als we lekker in de tuin zitten te kletsen, komt een collega langs om een kitten te brengen, een schattig rood poesje, dat een paar weken komt logeren omdat de baasjes op vakantie gaan. Zelf heeft Hillechien ook een kitten, een koperkleurig Abessijntje van 12 weken. Een prachtig beestje met heel grote oren. Hij zoekt contact met het logeetje. Ik smelt natuurlijk direct, zou ze allebei zó mee naar huis willen nemen. Maar ik hou me in. 

Zoon Roald (13) wil wel even voor me poseren met het poesje op zijn schouder. Net als zijn moeder is ook híj gek op dieren. Zo zijn de konijnen van hem, hij geeft ze iedere dag te eten. ‘En dan maak je zeker ook iedere avond de hokken schoon?’ vraag ik. ‘Nee, dat doet mem’, lacht hij ondeugend. 

En mem? Mem vindt het best.

Roald