Begin en eind van Klein Begin
Vervolg van voorpagina
Het jaar daarop maakte de heer Muller de tenten voor zwembad Klein Begin opnieuw in gereedheid. Muller en zijn vrouw begonnen met nieuwe moed aan de opbouw. Mevrouw Muller ging naar de stad om tentlinnen, want de rietmatten waren allemaal weg.
"We hadden útrekend hoe wij twaalf hokjes make konden met deuren fan linnen. Ik had de naaimasine bij see en ik maar naaie en Jaap timmere. Hij had de spiekers in de mond en de hamer in de hand. Toen wij feertien dagen ferder waren, stonden der twaalf nieuwe hokjes."
Wanneer het volop zomer was, werd er druk gebruik van gemaakt. De badgasten kwamen van heinde en verre om te genieten van het frisse zeebad. ‘Luwters’ toefden de hele dag aan het strand. In 1932 stapte de heer Fokkinga van Berlikum in de zaak. Muller en Fokkinga wilden de zwemgelegenheid uitbouwen tot een Hollandse zwemplaats. Allereerst werd het vervoer naar het bad gemakkelijker gemaakt. De badgasten konden goedkope retourkaarten voor de tram kopen vanaf Leeuwarden en in St. Jacobiparochie overstappen op een autobus. Met een motorboot konden pleziertochtjes op de Waddenzee worden gemaakt en op topdagen trok het strand 3.000 bezoekers.
Compagnon Fokkinga pakte de zaken groots aan en moderniseerde de inrichting. Maar Heintje Hibma herinnert zich hoe de belangstelling langzaam afnam.
‘Er kwam un grote opfoubare wagen foor de konsumpsie en badhokjes op un onderstel, sudat wij die ferride konden. De wagen was ses bij dertien en der satten elf ramen in, dus feul licht. Maar de meensen fonden ut in onze ouwe wagen feul geselliger en knusser dan in die grote wagen. Ook de konsumpsie wurde duurder. Der werd niet half sufeul koffie dronken as foorheen. Twee jaar lang ging alles goed, later musten wij meer pacht betale. Dat must der allemaal weer út komme. Onze kompanjon kon goed timmere en rekene ok. Der kwammen kano’s bij, maar dat het niet lang duurd.’
Het einde van zwembad Klein Begin kwam vier jaar later, in 1936. Muller en Fokkinga kregen concurrentie van zeebaden bij Oosterbierum, Harlingen en Makkum. Bovendien werd het water vies door de aanleg van de Afsluitdijk, waardoor de stroming veranderde. Kortom, er was geen drukte meer in de Westhoek.
Na de oorlog speelde de plaatselijke jeugd hier nog steeds in zee, maar van echt zwemmen was geen sprake meer. Zwart van het slik kwamen de jongeren uit het water en spoelden zich dan af in het kanaal achter de dijk. De oude tijden van zeezwembad Klein Begin waren voorgoed voorbij.
Bron: Leendert Ferwerda
TV-programma Vroege Vogels brengt binnenkort ook de veranderingen in het landschap als gevolg van veranderde stromingen in beeld en maakt daarvoor in het najaar opnames in de Westhoek.
