Hendrik Elings bij het portret dat hij van Charlie Watts maakte
Hendrik Elings bij het portret dat hij van Charlie Watts maakte Johannes Ebbens

Een leven lang Rolling Stones

Cultuur

Op dinsdag 24 augustus overleed drummer Charlie Watts. Het oudste lid van ’s werelds grootste rockband The Rolling Stones werd 80 jaar. Hij was bijna 60 jaar bij de band die ook hier veel fans heeft. Kunstschilder en drummer Hendrik Elings is er één van en Charlie Watts is zijn grote voorbeeld.

“Ja man … ik bin d’r echt stil fan. Raakt mij. Fanôf je 12e met die mannen metgroeid. En der gaat-y. Toch myn leermeester.” appte Hendrik me op de dag van het overlijden van Charlie Watts. Een ruime week nadien zitten we in zijn atelier in het kerkje van Feinsum. Een bijzondere locatie om te praten over de Stones, bij het grote publiek bekend van o.a. songs als ‘Sympathy for the devil’.

‘Muzikale blaudruk fan die tiid’

De eerste keer dat ik Stones-muziek hoorde, zal ik een jaar of 12 geweest zijn. De slaapkamer van mijn oudere zus Johanna was naast die van mij en zij had Stones-platen die ze regelmatig draaide. De wanden waren niet zo dik en ik kon gemakkelijk meeluisteren. Ik kan me nog herinneren dat ik ‘If you can’t rock me’ voor het eerst hoorde. Dit nummer raakte me zo dat ik sinds die tijd ‘begiftigd ben’ met de Stones. Ik kocht daarna mijn eerste LP, dat was ‘Some Girls” met de nummers ‘Miss you’ en ‘Respectable’. Zo ben ik erin gegroeid. De nummers van de Stones zijn ‘onderbuiknummers’. Niet alleen de nummers maar ook de ‘way of life’ maakte hoe je naar de nummers luisterde. Het waren toch schoffies, de personificatie van een rock ‘n roll-band. De onverschilligheid en het dreigende. Ze zijn in die zin ook van grote invloed geweest op de muziekgeschiedenis. De nummers, maar ook hun voorkomen als band.

Door ons hait en mim werd geen muziek geluisterd en als de radio wel aanstond, was het meer G.B.J. Hilterman. “Mot dat nou soa luud” en “kin ’t ok wat sachter” vroeg ons mim dan ook vaak aan me als ik Stones-platen draaide. Maar mim wende er langzamerhand aan, begon het zelfs ook nog mooi te vinden. “’t hoort bij Hendrik, saai se later.” Net als een nieuw interieur, daar wen je ook aan. Als puber ‘prakkiseer’ je daar niet over

Net als mijn leeftijdsgenoten groeide ik op met de Stones. We luisterden naar de platen, bezochten concerten. De muziek die je tot je 20e meekrijgt, neem je de rest van je leven mee. Er kleven ook heel veel herinneringen aan. De liefde voor de Stones-muziek ebde wel eens wat weg, als er nieuwe muziek opkwam. Maar het komt altijd weer terug. Als ze weer eens op tournee gingen of als ze een nieuwe plaat uitbrachten, dan werd de interesse weer aangewakkerd. Het muzikale hoogtepunt van de band ligt begin jaren 70. Maar omdat ik ‘ingestapt’ ben op mijn twaalfde heb ik de meeste binding met de Stones-periode van begin jaren 80 met ‘Tattoo you’. Als ik dat hoor, glij ik direct weer terug in die tijd. Het is de combinatie van herinneringen en muziek.

“Charlie is the Rolling Stones.”

Na ontdekking van de muziek van de Stones ben ik begonnen met drummen. Dan had ik twee dunne stokjes met stukjes Hansaplast op het einde en daar drumde ik mee op bed.

Op het laatst had ik een plankje, dat werd de snaredrum. Als Stones-fan deed ik de drummer van mijn favoriete band na. Charlie Watts was medebepalend voor de sound van de Stones. Hij had een dienende rol. Hij deed wat nodig was om de andere bandleden te laten excelleren en viel in de rockwereld op doordat hij niet echt een groot ego had.

Ik ben het dan ook met Keith Richards (RS-gitarist) eens, die zei: “Charlie Watts is the Stones.” Ik leerde de specifieke ‘Charlie Watts-slag’ waarbij een tik op snaredrum niet tegelijk gaat met een tik op de highhat. Ik heb nooit les gehad: ik deed na. Veel kijken en luisteren. Na verloop van tijd kwam ik in een bandje dat ook Stones-nummers speelde: Charlie & the Sidekicks vernoemd naar Charlie Watts. Er zouden nog verschillende andere bands volgen en ook nu nog speel ik in The Hangouts, een Rolling Stones-coverband.

“Die eerste menút, der doen je ‘t foor, die is onbetaalber.”

Het mooiste van concerten was altijd het kleine moment vlak voor de opkomst. Dan wordt het donker, gaat het licht op het podium aan. De verwachtingen worden opgezweept. Dan weet je: nu komt er zo’n aanzwellend muziekje. En dan die eerste drie akkoorden van ‘Jumping Jack Flash’ of ‘Streetfighting Man’ of ‘Start me up’. Dat alleen al is geweldig en het reisje al waard: die eerste akkoorden van Keith Richards, die zijn prachtig. Die siddering die dan door je heen gaat.

Portret Charlie Watts